CD’s maken om tussen John Hiatt en Little Feat te zetten
“Al die positieve reacties zijn bijna overdreven”
artikel/interview
door Ruud Heijjer
Heaven Magazine - Juli/Augustus 2009

Als toeval bestaat, zijn de Shiner Twins er het gevolg van. Was Jack Hustinx verstandig geweest, dan had de band namelijk nooit bestaan. Nu scoren ze in kennerskringen heel hoog met hun tweede album SOUTHERN BELLES. “Wij zitten in de rootsmuziek omdat de rootsmuziek in óns zit.”
Jack Hustinx maakte muziek vanaf de middelbare school, maar vele groepen later schoot het er langzaam tóch bij in. Hij werkte in platenwinkels en voor platenmaatschappijen en kende de Austin-scene goed. Voor zanger Malford Milligan’s band Storyville had hij in Nederland veel promotiewerk gedaan. Hij vertrok in 2001 naar die stad om er te scouten voor drie labels, maar vooral om er weer fulltime muziek te maken.
Onbedoeld plantte een vriend uit Nederland de kiem voor de Shiner Twins. Hij wilde Malford Milligan laten optreden op zijn vijftigste verjaardag en Hustinx kon dat daar in Texas vast wel regelen. Milligan reageerde enthousiast, maar wilde dan ook toeren. Hustinx stemde in en besefte daarna pas dat hij geen groep had voor Milligan. Toen gitarist Richard van Bergen op een avond thuiskwam, vertelde zijn vrouw dat er ene Jack had gebeld uit Austin. Dat moest dus wel een of andere redneck zijn. Het tweede telefoontje duurde echter maar kort. “Ken je Malford Milligan?” ”Ja.” "Zou je met hem willen spelen?” “Jaahaa!”. Van Bergen had immers de CD’s van Storyville thuis. Ook had hij in 1998 op South By Southwest gespeeld met JW Roy’s One Night Band. Van Bergen kwam toen de club waar Storyville speelde overigens niet in, want daar stond een rij van drie blokken lang, maar Roy wél en die was razend enthousiast geweest.
Dat leidde tot twee tournees met Milligan en daarna de dampende CD SWEET CHERRY SOUL met onder meer Hustinx’ vriend en harmonicaspeler Artie van Tuijn, van Bergens kompaan en jarenlange bassist Dick Wagensveld en Nicky Hustinx als drummer, inderdaad de zoon van. Die moest toen nog eindexamen doen op de middelbare school en Jack aarzelde dus om twee redenen, maar Nicky’s rake klappen overtuigden hem. Toen anderhalf jaar later na een derde tour een doorbraak mogelijk leek vanwege belangstelling van o.a. Northsea Jazz, liep de samenwerking spaak door onmogelijke eisen van Milligan’s Amerikaanse manager, ondanks concessies van de band.
Na de breuk speelde de Shiner Twins Band elke maand een avond in het Geldropse Muziekkaffee De Kroeg. Ze nodigden gasten uit als Roel Spanjers, JW Roy en Little Louis. Van Bergen: “Wij vieren waren het fanatiekst en hadden muzikaal dezelfde ideeën. Ik wilde al lang een plaat maken met eigen songs en Jack had ook nummers, dus doken we na een jaar als de Shiner Twins de studio in.” Tot vandaag de dag zorgt die naam overigens nog regelmatig voor verwarring. Ze zijn toch geen duo, maar met zijn vieren? Hustinx legt grijnzend uit: “Voor een viermansband is dat juist een beetje tongue in cheek. De naam komt van een lokaal bier in Austin, Shiner Bock, wat iedereen daar drinkt, een licht bokbier.”
Invloeden
De drie aanwezige Shiner Twins vinden het duidelijk leuk samen geïnterviewd te worden en maken er een soort jamsessie van. Slaggitarist Jack Hustinx bepaalt het tempo, Richard van Bergen soleert erdoorheen, terwijl bassist Dick Wagensveld essentiële noten toevoegt. Hun onderlinge vriendschappen zijn niet zo vreemd, want vanaf het begin was er die onverklaarbare chemie die er in een goede groep moet zijn, muzikaal én persoonlijk. “Dat rare einde aan onze samenwerking met Malford sterkt je ook als groep.” Invloeden zijn Little Feat, de Fabulous Thunderbirds, ZZ Top, de Nawlinz-funk van the Meters, maar ook Johnny Guitar Watson, Dave Edmunds, deltablues, worksongs en de veldopnamen van Alan Lomax. De vraag is of er in deze vluchtige tijd wel plaats is voor muziek met zulke wortels. Van Bergen antwoordt dat dat wel zal moeten, omdat dat het enige is wat hij wil spelen. “Vroeger bij de Millstreet Bluesband en de Crown Jewels dacht ik: Er is zo veel mooi, obscuur materiaal. Onzin dat je pas je ziel in een nummer kunt leggen als het van jezelf is, maar daar ben ik op teruggekomen. Je kunt daarin meer jezelf zijn, ondanks dat je muziek beïnvloed is door de hele traditie.”
Leidraad
Over hun sound zijn ze eensgezind. Jack Hustinx: “Rootsmuziek is al ons hele leven onze leidraad. We zijn heel gepassioneerde muzikanten en wij willen niet alleen anderen naspelen. Dat is te makkelijk. We zoeken álle raakvlakken op tussen country, blues, soul, texmex, gospel en New Orleans-funk: in onze soulballads hoor je country en in onze New Orleans-funk zitten texmex-harmonieën. Zo is spelen met de Shiner Twins spannend, want je bent constant bezig daar iets eigens mee te doen. Onder meer daarom worden onze platen zo goed ontvangen denk ik. We zijn niet zo makkelijk te vergelijken met een ander Nederlands bandje.”
Richard van Bergen: “De rootsmuziek is nu eenmaal een kleine vijver, dus daarin is een grote vis het hoogst haalbare. Ik ben trots op wat we gedaan hebben, maar ik vind al die positieve recensies bijna buiten proportie als ik kijk naar John Hiatt met zijn eigen top-CD’s, naar The Band of naar The Meters.” Wagensveld voegt daaraan toe: “Als je doet wat dichtbij je ligt en dat aardig goed doet, is dat voor mij voldoende. Dan hoef je geen 100 optredens per jaar doen, al zou dat wel leuk zijn.” Hustinx zegt dat de Shiner Twins een liveband moeten zijn waar zij zélf met veel plezier naar zouden gaan kijken. “En we moeten platen maken die we zélf trots in de kast kunnen zetten naast Little Feat, Buddy Miller, John Hiatt en Bonnie Raitt bijvoorbeeld. Niet een die je in een la legt bij de demootjes die je vroeger ook nog eens gemaakt hebt.”
Rampjaar
De Shiner Twins stonden klaar om hun debuutplaat ALL IN STORE op te nemen toen bij Hustinx kanker werd geconstateerd. Hij moest begin januari 2006 worden geopereerd. “We zijn in april begonnen, tweeënhalve maand voordat ik iets mocht doen. Ik wilde die plaat maken vóór ik doodging, zo simpel ligt het gewoon. Na twee dagen ben ik naar huis gegaan. Ik had helemaal geen energie. Een maand later zijn we verder gegaan. ALL IN STORE was geloof ik nog niet eens gemixt, toen ze opnieuw kanker bij me ontdekten. Dat hangt allemaal als een sluier boven die plaat. Toch is hij niet donker.”
Op dat debuut staan wél bepalende nummers over de dood, zoals zijn Somebody Waiting, geschreven na de dood van een vriend. Ook van Bergen schreef een dergelijke song, de ultrakorte afsluiter Final Call. Hij legt uit: “Die gaat over Jack, maar dat heb ik hem pas verteld toen hij de tekst ingezongen had. Het leek me geschikt als een soort ghost track, zo’n Appalachian ballad: tweestemmig, een beetje zoals de Carter Family. Ik zou de lead doen en Jack tweede stem, maar ik kreeg het niet uit mijn strot, technisch niet en ook niet qua gevoel.” Hustinx wist dus niet dat het een song van van Bergen was. “Ik vond de melodie wel heel mooi en de tekst ook, maar ik dacht dat het een traditional was of iets van de Carter Family of de Louvin Brothers. Ik zong het één keer en hoorde meteen in mijn koptelefoon: Kom maar, het is klaar. Hoezo was het klaar? Er moest nog een tweede stem komen en ik kon een regeltje nog wel mooier doen.” In plaats daarvan nam van Bergen Hustinx mee naar buiten om hem uit te leggen dat hij dat nummer voor hém had geschreven en dat die eerste take precies de intensiteit had die hij op de plaat wilde hebben. Hustinx wordt er weer zichtbaar emotioneel onder. “Nou, toen zijn er wel wat traantjes gevloeid. Dat is echt een van de mooiste cadeaus die ik ooit van iemand heb gehad.”
Gospel
Op SOUTHERN BELLES speelt gospel een belangrijke rol in zowel de songs van van Bergen als van Hustinx. Voor van Bergen is zwarte gospel iets heel bijzonders. “Ze vroegen Patti LaBelle ooit in een documentaire naar haar invloeden en die zong toen een regel uit een countrysong op drie manieren: country, pop en gospel. Toen ze gospel zong kreeg ik letterlijk tranen in mijn ogen, vier keer achter elkaar. Ik ben geen jankerd en niet religieus opgevoed, maar het kwam té dichtbij. Dat we op SOUTHERN BELLES als blanke jongetjes met gospel wegkomen is voor mij de grootste overwinning.”
Ook voor die tweede plaat schreef Hustinx songs gebaseerd op zijn eigen leven. “De mooiste muziek heeft religie en verwante dingen als grondslag. Ik schrijf songs over de dingen die ik meegemaakt heb. Dat is voor mij de essentie van gospel en van échte muziek maken. Het afgelopen jaar ben ik door een hel gegaan: het lijkt erop dat we de kanker onder controle hebben, maar ik was ontzettend bang om vroegtijdig de pijp uit te gaan. Dat zet je aan het denken. Ik ben een non-believer in traditionele zin, maar ik heb de afgelopen twee jaar wel heel sterk gevoeld dat iets mij als een soort marionet gestuurd heeft naar waar ik nu sta. Wellicht is er tóch zoiets als een hogere macht. Of was het simpelweg een sterke drang om te overleven? Wie weet krijgen we daar ooit nog antwoord op, daar gaat Guide Me Lord over.
Best Days In Your Life schreef ik toen het slecht ging met een goede vriend van me. Het gaat erover dat je vooruit moet blijven kijken. Dat is tenslotte de enige manier om op de been te blijven. Een paar jaar later krijg je te horen dat je kanker hebt en dan kom je zonder dat je erom hebt gevraagd zomaar in je eigen song terecht, heel bizar. Op SOUTHERN BELLES hoor je de hele nasleep terug van al die shit. Daarmee heb ik de hele band wel een hoop ellende bezorgd.”
Net als Hustinx vindt van Bergen echter dat daar niet te veel het accent op moet liggen. “Maar het is wel iets wat erbij hoort. Net zoals in een huwelijk hakt dit soort lief en leed erin. Het is niet zoals met je werk, waar je met mensen leuk kunt opschieten of wat minder. Dit gaat wel wat verder. Ik speel bijvoorbeeld al meer dan 25 jaar met Dick.”
Van Bergen vindt overigens ook dat je teksten moet beleven als je ze schrijft. Zelf is hij een gelukkig getrouwd man die zingt over de ideale vrouw. Kan hij dat dan menen? “Ik heb ook andere relaties meegemaakt die opeens ophielden en wat je dan meemaakt, de ontreddering in eerste instantie, ik denk dat ik dat wel in kan voelen. Het is niet zo dat je op het moment van schrijven speciaal in die situatie moet zitten. Die gevoelens sla je wel ergens op.”
Datzelfde geldt voor optredens. Daar moet een song tenslotte steeds weer emotioneel klinken. “Dat is soms wel moeilijk, zeker als je ergens speelt waar mensen alleen maar door elkaar aan het kletsen zijn. Ik leer wel steeds beter om mijn figuurlijke middelvinger op te steken en te zeggen: Deal with this. Ik ben een beroepstwijfelaar. Met name over mijn eigen niveau en het niveau van de band, maar mijn gevoel wordt steeds sterker: Dit bandje is wat het is en het is gewoon goed. Als je het niet pakt, is het jouw keus.”  Hustinx: “Je kunt ook niet meer doen dan écht zijn. Alles wat je meer doet is bedacht.”
Rootsy én catchy
De songs van de Shiner Twins hebben duidelijk een kop en een staart. Van Bergen houdt dan ook wel van nummers van maximaal drie minuten, drie minuut 20. “Wat een nummer vaak lang maakt zijn solo’s, maar lange solo’s vind ik strontvervelend om te doen. Ik heb mijn ding wel gezegd na een of twee akkoordenrondjes. Live gaat het wel eens zo lekker dat je denkt: Dan ga ik maar door. Maar drie minuten is in principe lang zat hoor. Heel lang geleden  was een optreden geslaagd als ik goede solo’s had gespeeld. Daarna heb ik het soleren een tijd helemaal aan de kant geschoven, maar daar ben ik wel van teruggekomen. Toch is het anders dan vroeger. Het gaat mij nu meer om de song.”
Hustinx zegt helemaal niet te kunnen soleren. “Ik ben geen sologitarist, ik heb het ook nooit zo interessant gevonden. Ik ben van jongs af aan altijd veel meer geïnteresseerd geweest in de ritmische kant en voel me ook veel meer deel van de ritmesectie. Ik ben ooit zelfs begonnen als drummer. De ruggengraat van een band wordt nu eenmaal gevormd door de heilige drie-eenheid: een drummer, een bassist en een heel strak spelende ritmegitarist. Keith Richards is een prachtig voorbeeld. Ik was ook heel erg onder de indruk van Wilko Johnson van Dr. Feelgood. Die gast droeg heel die band, alleen maar door dat staccato, scherpe, strakke spel van hem. Ik ben opgegroeid in de sixties en die bandjes hadden allemaal een sologitarist en een ritmegitarist. Ik ben nooit Hank B Marvin geweest, ik was meer Steve Marriott. Het is een heel andere discipline en daar heb ik me van jongs af aan op gericht. Dat wilde ik goed doen, want sologitaristen lopen er bij bosjes rond, maar een goed spelende slaggitarist of ritmegitarist of hoe je het ook wilt noemen, die zijn er niet echt heel veel. Het was voor mij dus de uitdaging om me daarin te specialiseren. Ik ben een heel beperkte gitarist, ik ken maar een paar kunstjes, maar die kunstjes kén ik wel, laat ik het zo zeggen.” Van Bergen concludeert: “Ontmoet de Tony Boltini van de ritmegitaar!”
Werkverdeling
De Shiner Twins spelen in drie bezettingen: met zijn vieren, als akoestisch duo en als trio met bassist Wagensveld. De bassist mag dus niet altijd mee, maar daar doet hij laconiek over. “Het is wel jammer dat ik er niet altijd bij ben, maar het is niet zo belangrijk of ik dat jammer vind. Het gaat niet om mij, maar om het geheel: om de liedjes, de sfeer, om de taal die je spreekt. Ik wil elke dag wel spelen, maar ook als ik er niet bij ben, blijven de liedjes wel overeind.” Hustinx: “Wat Dick net zegt vind ik zo’n essentiële opmerking. De aandacht in recensies gaat in veel gevallen uit naar Richard en naar mij. Wij zingen alles, we schrijven alles en we staan vooraan op het podium, maar we zijn alle vier mensen die in dienst van het geheel spelen. Alles wat we doen staat in het teken van het geheel, in het teken van het liedje en dus van de band.” Wagensveld is expliciet: “Ik kan geen liedjes schrijven en ik hoef ook geen virtuoze bassist te zijn. Ik moet gewoon lekker in de groove zitten, op tijd spelen, en lekkere geluiden maken. Dat vind ik heerlijk.”
Tegelijk is op SOUTHERN BELLES de ritmesectie bepalender dan op ALL IN STORE. Wagensveld: “Wij tweeën zijn ontzettend gegroeid. We snapten elkaar veel meer dan in het begin. Nicky was een ongelooflijk fijne drummer om mee te werken.” ‘Was’? Ja, want de jonge drummer werd het slachtoffer van de vele optredens van de Shiner Twins én van zijn andere werkgever, Marike Jager. In goed overleg koos hij na zeven jaar voor haar. Wagensveld: “Zijn vervanger Jody van Ooijen is ook een jonkie, speelt de mooiste shuffles en bij zijn New Orleans-ritmes voel ik me al helemaal thuis. Bovendien: hij houdt ook van less is more. Hij laat de muziek ademen en hij swingt.”
Het live-circuit houdt ze de komende tijd van de straat. Enthousiast vertellen ze over hun plannen: het Moulin Blues Festival, in de zomer spelen ze op het BRBF Festival in het Belgische Peer, op Folkwoods en het Dordrechtse Big Rivers én toeren ze in het voorprogramma van Normaal. Verder gaan ze in oktober eventueel naar Scandinavië, want ook daar is belangstelling, net als in Austin. Tournees moeten overigens altijd in schoolvakanties plaatsvinden. Hustinx leeft voor en van de muziek, maar Jody van Ooijen studeert drums op het conservatorium, van Bergen is drie dagen in de week leerkracht op een basisschool en Wagensveld is fulltime docent geschiedenis in het middelbaar onderwijs.
Grote vissen in een kleine vijver, inderdaad.
(Dit is de oorspronkelijke versie van het artikel zoals het -in verkorte versie- gepubliceerd is in het magazine Heaven van Juli/Augustus 2009)